Een bezoek aan het buitenland is ontzettend leuk! Tijdens je vakantie of stedentrip kom je niet alleen met nieuwe mensen in contact, ook leer je andere culturen en een nieuwe natuur kennen. Denk aan het verschil in de flora en fauna van Nederland en bijvoorbeeld Griekenland of Spanje! Een ander belangrijk verschil tussen deze landen is de taal die men hier spreekt. Waar het Nederlands op sommige punten overeenkomt met het Duits en veel weg heeft van het Vlaams, geldt dat niet voor de Spaanse, Italiaanse of bijvoorbeeld Griekse taal. Gelukkig zijn er een aantal talen waarmee je in vrijwel ieder Europees land op weg kunt!
Tip: wanneer je Frankrijk bezoekt is het raadzaam om vooraf wat Franse woorden te leren. De Fransen zijn lang niet altijd bereid om Engels te praten met toeristen.
Engels en Duits als de meest gesproken talen
Het Engels en Duits zijn de meest gesproken talen binnen Europa. Wanneer je beide talen spreekt, kun je je in vrijwel ieder Europees land verstaanbaar maken. Naast het Engels en Duits is ook het Frans een zeer populaire taal in veel landen. Zoals reeds beschreven is het met alleen het Nederlands erg lastig om je verstaanbaar te maken in het buitenland. Mocht je nog geen Engels spreken, dan doe je er verstandig aan om vooraf een cursus te volgen. Er zijn op internet tal van handige taalcursussen te vinden.
Verschil in leeftijd bij taalvaardigheid
Ook wanneer je goed Engels en Duits spreekt, heb je nog geen garantie dat je overal met de lokale bevolking kunt communiceren. Waar jongeren in het buitenland vaak goed Engels spreken, geldt dat voor de oudere bevolking in een veel mindere mate. Zij proberen met handen en voeten aan te geven wat ze willen zeggen. Hoewel dit het communiceren niet altijd even gemakkelijk maakt, heeft het ook zo z’n charme!